De Britse tiener Rory Bidwell is volgens zijn IQ-score uitzonderlijk hoogbegaafd. Die is 162 om exact te zijn. Maar wat moet je eigenlijk met die term ‘hoogbegaafdheid’? “Dit soort verhalen over hoogbegaafde kinderen in de media dragen bij tot het beeld dat iedereen heeft over hoogbegaafdheid”, aldus Michelle Dewulf coördinator van het postgraduaat Hoogbegaafdheid aan de lerarenopleiding van Hogeschool PXL. “Door een verkeerde maatschappelijke beeldvorming hebben mensen zo vaak de neiging om een bepaald waardeoordeel te koppelen aan IQ: ‘meer’ wordt dan het equivalent van ‘beter’. Wanneer je echter weet dat hoogbegaafde kinderen zich vaak erg ongelukkig voelen wanneer er geen goede begeleiding is, is dit zeker niet iets waar je op zit te wachten. Het kan vaak zelfs leiden tot demotivatie, faalangst, schooluitval en zelfs psychosomatische klachten of depressies.”
Klassen overslaan
“Hoogbegaafde kinderen worden vaak als wonderkinderen gezien: slimme kinderen die overal goed in zijn en uitstekende resultaten behalen”, gaat Michelle Dewulf verder. “Elke hoogbegaafde is anders. In een schoolcontext wordt er op die manier vaak nog heel erg uitgegaan van de stereotiepe leerling met uitstekende schoolresultaten. Alleen behalen hoogbegaafde leerlingen niet altijd de beste prestaties op schooltoetsen. Dit kan te maken hebben met een aantal factoren. Daarom is het van belang dat de maatschappelijke beeldvorming rond hoogbegaafdheid wijzigt. Zeker voor het onderwijs is dit uiterst belangrijk. Wanneer hoogbegaafde leerlingen immers onder de radar blijven en niet opgemerkt worden, kan dit ernstige gevolgen hebben. Wanneer ze wel worden opgemerkt, zitten scholen vaak met de handen in het haar en gaan ze maar al te vaak over tot versnellen. Een leerling een klas laten overslaan is goed bedoeld. Hier moet echter zeer goed over nagedacht worden, want het is zeker niet de enige weg naar gepast onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen.”
Positieve impact
“Eerst en vooral is het essentieel dat een leraar binnen de eigen klas differentieert. Hoogbegaafde leerlingen moeten voldoende uitdagingen krijgen”, aldus Michelle Dewulf. “Dit betekent ook dat de reguliere leerstof compacter moet aangeboden worden. De tijd die vrijkomt, kan de leraar dan gebruiken om de leerling in kwestie andere dingen te laten doen. Naast differentiatie in de klas kan er bijvoorbeeld ook een kangoeroewerking of pluswerking worden opgesteld. Dit betekent dat de hoogbegaafde leerlingen enkele uurtjes per week in een andere klas terechtkomen waar naast cognitieve verrijking best ook wordt ingezet op welbevinden en sociale vaardigheden. De uitwisseling met ‘gelijken’ heeft eveneens een positieve impact op de leerlingen en kan ervoor zorgen dat ze zich uiteindelijk minder onbegrepen voelen.”
Is een leerling blijvend versnellen en meteen naar de universiteit een mogelijke oplossing? “Als je het mij vraagt niet”, aldus Dewulf. “Naast het cognitieve luik zijn ook socio-emotionele aspecten erg belangrijk. Als je weet dat een hoogbegaafde de wereld al heel anders ervaart en er vaak een grotere emotionele intensiteit aanwezig is, lijkt het me niet ideaal om leerlingen vooral op basis van de cognitieve talenten te laten versnellen. Al is één of twee jaar overslaan soms wel noodzakelijk”, besluit Michelle Dewulf.
Bron: HLN