De nieuwe berekening van de 80%-regel: hoe zit dat nu? - Online

Het aanvullend pensioen vormt vaak een cruciaal aspect van de financiële planning voor zelfstandigen, die niet automatisch kunnen rekenen op een weelderig pensioen. In dit opzicht biedt een Individuele Pensioentoezegging (IPT)-verzekering een welkome aanvulling. Het aanvullend pensioenkapitaal binnen een IPT mag echter niet meer bedragen dan 80% van het normale bruto jaarloon van het laatste jaar, waarbij ook het geschatte wettelijk pensioen in overweging wordt genomen.

Recentelijk heeft een wijziging in de pensioenwetgeving geleid tot aanpassingen in de berekeningsmethode van dit geschatte wettelijke pensioen, van toepassing vanaf aanslagjaar 2022 (inkomstenjaar 2021). Een significante verandering is dat alle zelfstandige activiteitsjaren nu meetellen bij de berekening van het wettelijk pensioen, in lijn met de voorwaarden die gelden voor werknemers. Voorheen werd het wettelijk pensioen van bedrijfsleiders met een zelfstandig statuut vaak forfaitair geramd op 25% van hun bruto jaarloon, maar nu wordt een proportionele berekeningsmethode vereist.

Deze nieuwe regeling heeft echter voor enige onduidelijkheid en onzekerheid gezorgd met betrekking tot de retroactiviteit ervan. Om deze kwestie aan te pakken, is er een addendum gepubliceerd. Het doel van dit addendum is om duidelijkheid te verschaffen met betrekking tot de aanslagjaren 2022 en 2023. Docent Gerrit Van Daele zal in dit addendum verder toelichten hoe deze nieuwe regelgeving van invloed is op zelfstandigen en hun pensioenplanning.